Montessorionderwijs

 

Maria Montessori 

Het montessorionderwijs is een onderwijsvorm naar de ideologie van de Italiaanse pedagoge Maria Montessori (1870-1952). Montessori heeft zelf methoden en leermiddelen ontwikkeld die tegenwoordig nog altijd gebruikt worden. Een montessorischool heeft als voornaamste doel de zelfstandige ontwikkeling van een kind te stimuleren. In 1914 is de eerste Montessorischool in Nederland geopend.


Het montessorionderwijs op Merlijn


Wij vertalen de montessorivisie in de volgende uitgangspunten:

Eigen initiatief staat centraal
Volgens ons hebben kinderen een natuurlijke behoefte om zich verder te ontplooien en worden ze gelukkig als ze hun eigen unieke zelf mogen zijn. Ons onderwijs speelt hierop in. De eigen wil van het kind om te willen leren, moet blijven bestaan. De leerkracht is alert en observeert waar de interesses van het kind liggen. Het eigen initiatief van het kind staat hierin centraal. Hierdoor blijft het kind zelf gemotiveerd om te leren.


Rust is belangrijk
Loop op een willekeurige dag één van onze groepen in en u ziet wat er met dit uitgangspunt bedoeld wordt. Ondanks de bedrijvigheid heerst er in het hele gebouw een rust waar de kinderen goed kunnen werken. De afspraken hierover zijn voor iedereen duidelijk en we spreken elkaar hierop aan.


Alles draait om het kind
Wij vinden dat ieder mens uniek is en dat er vanuit verschillen tussen mensen een krachtige en dynamische wereld groeit. Dit is terug te zien in de manier waarop wij naar kinderen kijken. De ontwikkeling van het kind staat centraal en niet het gemiddelde van de groep. We kijken niet alleen goed naar kinderen, maar gaan daarom ook altijd het gesprek met ze aan. Samen bepalen we de onderwijsbehoefte en passen we vervolgens het onderwijs aan.


Leren het zelf te doen
Wij besteden veel aandacht aan zelfstandigheid. Het gaat niet per se om het meteen zelf te kunnen, maar wel om een taak te willen kunnen en hier verantwoordelijkheid voor te voelen. Wij kauwen dus niet direct alles voor of nemen iets uit handen. We laten het kind leren door het zelf te laten ervaren. Net als het nemen van verantwoordelijkheid is dit een proces waarin wij sturen en begeleiden. We laten kinderen kijken naar hun eigen ontwikkeling en we leren hen hun eigen doelen te stellen en hier over na te denken.


Van het geheel naar de delen
Binnen onze onderwijsvisie hoort ook ‘van het geheel naar de delen’. Dit betekent dat we eerst het grote plaatje vertellen aan het kind, om vervolgens de delen aan te bieden. Hierdoor kunnen kinderen zichzelf beter plaatsen in hun eigen omgeving of leerlijn. Met topografie bijvoorbeeld beginnen de jongere kinderen met het heelal en de planeten, waarna de aarde en de werelddelen gevolgd worden door de landen. Daarna worden pas de provincie en meer specifiek Noord-Brabant aangeboden. Door het grote geheel krijgt de provincie Noord-Brabant betekenis.


Van concreet naar abstract
Met concreet en symbolisch speciaal ontworpen materiaal krijgt het kind inzicht in moeilijke en abstracte begrippen. Het materiaal nodigt uit om zoveel mogelijk zintuigen te gebruiken om de stof te verwerken en concreet te ervaren. Aan het einde van de middenbouw en het begin van de bovenbouw maakt concreet plaats voor een abstracte verwerking van de leerstof.


Voorbereide omgeving
Volgens de montessorivisie ontwikkelen kinderen zich in voortdurende wisselwerking met de omgeving. Hiervoor moet de omgeving afgestemd zijn op de specifieke behoefte van kinderen. Onze ruimtes waarin het kind leert en speelt zijn aantrekkelijk en geven ruimte aan nieuwsgierigheid en vrijheid van het kind, zowel binnen als buiten. De omgeving moedigt het kind aan om een eigen weg te gaan en vragen te gaan stellen. Belangrijk hierin is dat de omgeving geordend is en alles zijn vaste plaats heeft.


Gevoelige periode
Met een gevoelige periode bedoelen we een fase waarin een kind zeer gevoelig is om zich iets nieuws aan te leren. Gevoelige perioden komen in een bepaalde periode van het leven voor en het is van belang deze te benutten. Op een later tijdstip kan het kind de functie nog wel ontwikkelen maar niet meer zo gemakkelijk. In ons onderwijs sluiten we zoveel mogelijk op deze gevoelige perioden aan. Er zijn verschillende gevoelige perioden, zoals die van orde, van de ontwikkeling van de motoriek van hand en voet, van de ontwikkeling van de zintuigen, van het waarnemen van heel kleine dingen, voor taal of de wereld om het kind heen.


Samenwerken
Elkaar helpen is een belangrijk onderdeel in de montessoristijl. Als je een ander iets uit kunt leggen, dan begrijp je het. Daarbij is het goed voor je eigenwaarde, iemand helpen geeft gewoon een goed gevoel. In ons onderwijs staat daarom samen werken, samen leren en interactie centraal. Zowel de interactie met de leerkracht als tussen kinderen onderling vinden we heel belangrijk. We stimuleren daarom het samenwerken aan een werkje, en het elkaar helpen wanneer een werkje individueel wordt gedaan. Binnen groepen ontstaan natuurlijk ook vriendschappen. Er zijn kinderen die met elkaar spelen en die met elkaar samenwerken. Ze kiezen voor elkaar. De leerkracht geeft de kinderen hier ook ruimte in en stuurt soms ook die samenwerking. Hij laat bijvoorbeeld heel bewust kinderen samen een presentatie verzorgen of samen een taakje doen.